Tamelijk zinloze taferelen.

Vlieg.

Hij zat te suffen in de zon. Een groen blauwe vlieg ging op de onderlip van zijn halfopen mond zitten. Telkens probeerde hij de vlieg naar binnen te happen maar ze ontsnapte en kwam  meteen weer terug.
Je kunt je afvragen wat zowel de man als de vlieg bezielde.

Schrikken.

Het was wel even schrikken toen we hem daar bezig zagen. Met beide vlakke handen bleef hij tegen de bakstenen muur slaan. Dat geluid ! En het zal wel pijnlijk geweest zijn want hij sloeg behoorlijk hard. Toch bleef hij  bezig. Was hij wanhopig, woedend of  baldadig ? We zullen het nooit weten want we zijn natuurlijk gewoon doorgelopen.

Lente.

In de lente als de zon schijnt is het werkelijk goed toeven in ons tuintje. Alles wordt netjes aangeharkt, geknipt en opgeschoond. Keurig, keurig, keurig.
Maar soms moet ik me beheersen om niet als een wildeman in de aarde te gaan wroeten, te graven als een mol zodat de aarde naar alle kanten opspat. Ik wil dan zelfs zo diep gaan dat hooguit alleen mijn voeten en o.k. misschien ook nog een klein stukje van mijn onderbenen, boven de grond uitsteken.

Varaan.

Het relatieve succes van zijn eerste boek met als titel : " Mijn leven als varaan"  was hem naar het hoofd gestegen. Hij liep naast zijn schoenen van verwaandheid en sprak willekeurige voorbijgangers op straat aan, op zijn borst wijzend en zeggend : ik ben een varaan.
Wij probeerden hem voorzichtig te waarschuwen voor de eventuele gevolgen. Niets hielp.
Tenslotte is hij vertrokken naar Flores, een van de kleine Indonesische Soenda eilanden, het leefgebied van de ruim drie meter lang wordende Komodovaraan.
Wij hebben daarna nooit meer iets van hem gehoord.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten