Op weg.

Ik loop op een brede weg met aan beide kanten donkere naaldbomen.
Achter en naast mij lopen alle mensen die iets voor mij betekend hebben : doden en levenden, familie, vrienden, kennissen. Ieder met zijn eigen bewegingen, zijn eigen gezicht en eigen stem. Een grote menigte.
Ze praten zachtjes maar wel geanimeerd met elkaar. Ik zwijg en loop verder.
We zijn op weg naar het einde van de laan maar dat einde kunnen we niet zien hoewel ik denk dat het tamelijk dichtbij is.
Wat me het meest verbaast is dat iedereen zich zo gewoon ja zelfs ontspannen gedraagt.
Ik natuurlijk niet omdat ik voorop loop en de leiding heb.

1 opmerking: