gedicht

Gekooid met koorts en voor het venster
voorzichtig als een poppendokter
en klandestien
de spoken van verraad beschuldigt
hij gromt hoogedel duits en wisselt met zichzelf de woorden
als een kameleon

Een kinderhand is gauw gevuld met ketterij en drakenlicht
harpoenen, purpere gewaden
en wacht de tanden op elkaar geklemd

een kijkdag is voorbij met al zijn loze woorden
zij deugen niet

er rooft een horzel door zijn hoofd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten