Sprookje.

Onmiddellijk na mijn dood ben ik door een gat in de muur hier naartoe gekropen. Wat een toestand in deze ruimte ! Alle mensen hier zijn opblaaspoppen. Soms loopt er een leeg, wordt slap, wordt op een of andere manier weer met lucht gevuld en komt dan overeind. Sommigen winden zich op en nemen dan in omvang toe. Echt een drukte van jewelste. Alles bij elkaar genomen ben ik blij dat ik daar niet bij hoor, want ik vraag me af hoe we samen hier ooit een toekomst zouden kunnen opbouwen.
Omdat het dus zo niet werkt en waarschijnlijk nooit zal werken besloot ik dan maar te vertrekken.
Eerst even alle opblaaspoppen met een dikke speld lek geprikt, toen na enig zoeken het gat gevonden waarlangs ik gekomen was en met een zucht van opluchting dit  "slagveld"  verlaten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten