Gedicht

Alle verdriet, alle pijn, alle eenzaamheid heb ik een voor een aan ragfijne draden opgehangen aan de takken van de rode beuk.
Ik zit met mijn rug tegen de oude stam en ontvang vrienden en voorbijgangers.
We praten en lachen.
Als iedereen weg is, luister ik naar het geruis in de takken en kijk ik naar alles wat daarboven hangt en heen en weer beweegt in de wind.
Daarna ga ik liggen op het mos en probeer te slapen om nooit meer wakker te worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten