De klokken

Omdat het zondagochtend was zat de kerk vol met gelovigen die routineus gebeden prevelden en de pastoor aan het altaar zijn gang lieten gaan.
Plotseling ging de kerkdeur open en baande oom Rudolf zich een weg naar de ruimte voor het altaar. Met zijn rug naar de verbouwereerde priester en misdienaars begon hij te vertellen dat hij die morgen zijn vrouw, mijn tante had gewurgd, haar hoofd had kaalgeschoren en haar naakte l lichaam bij het hek van de begraafplaats had neergelegd. Daarna verzocht hij de organist hem op het orgel te begeleiden en begon hij te zingen.
Het was verder doodstil, niemand durfde te verroeren en plotseling als op een afgesproken teken, begonnen de klokken te luiden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten