Ondankbaar

Natuurlijk heb ik vaak in de wachtkamer van dokter P. gezeten.
Over de onverklaarbare, plotselinge verdwijningen van een aantal van zijn patiƫnten werd daar trouwens alleen maar fluisterend gesproken.
In de gevangenis nu, na al die jaren, wil dokter nog altijd niet spreken. Hij heeft in vier jaar nog geen woord gezegd.
Als hij me ziet, kucht hij wel heel even en kijkt me daarbij verwijtend aan. Misschien verbeeld ik me dat, maar ik weet bijna zeker dat dokter mij ondankbaar vindt

Geen opmerkingen:

Een reactie posten